AutoCAD tip: Parametrisch tekenen (deel 2: Parametrische bematingen)

Deze functie is zéér handig als u wil werken met vormvarianten. Bijvoorbeeld een koppelplaat.

Als u deze functie dan gebruikt in combinatie met blocks in uw bibliotheek, kunt u op termijn mooie bibliotheek aanleggen met standaardonderdelen, wat de snelheid van tekenen ten goede komt.

De verschillende parametrische bematingen

Navigatie: Parametric → Dimensional

1. Horizontal 

Met deze functie plaatst u een horizontale parametrische bemating.

Kies twee punten en plaats daarna de bemating naar keuze door nogmaals te klikken, Enter.

Er verschijnt een bemating met de naam en de waarde van de bemating.

2. Vertical 

Met deze functie plaatst u een verticale parametrische bemating.

Kies twee punten en plaats daarna de bemating naar keuze door nogmaals te klikken, Enter.

Er verschijnt een bemating met de naam en de waarde van de bemating.

3. Linear 

Deze functie is een combinatie van de twee voorgaande functies.

Met deze functie plaatst u een horizontale of verticale parametrische bemating.

Kies twee punten en plaats daarna de bemating naar keuze door nogmaals te klikken, Enter.

Er verschijnt een bemating met de naam en de waarde van de bemating.

4. Aligned 

Met deze functie plaatst u een parametrische bemating die de kortste afstand bepaald tussen de gekozen punten.

Kies twee punten en plaats daarna de bemating naar keuze door nogmaals te klikken, Enter.

Er verschijnt een bemating met de naam en de waarde van de bemating.

5. Radial 

Met deze functie plaatst u een parametrische bemating die de radius bepaald van een cirkel.

Kies de cirkel en plaats daarna de bemating naar keuze door nogmaals te klikken, Enter.

Er verschijnt een bemating met de naam en de waarde van de bemating.

6. Diameter 

Met deze functie plaatst u een parametrische bemating die de diameter bepaald van een cirkel.

Kies de cirkel en plaats daarna de bemating naar keuze door nogmaals te klikken, Enter.

Er verschijnt een bemating met de naam en de waarde van de bemating.

7. Angle 

Met deze functie plaatst u een parametrische bemating die de hoek bepaald tussen twee lijnstukken.

Kies een eerste lijn, een tweede lijn, plaats daarna de bemating naar keuze door nogmaals te klikken, Enter.

Er verschijnt een bemating met de naam en de waarde van de bemating.

8. Convert 

Met deze functie converteert u normale bematingen naar parametrische bematingen. Dit is vooral handig als u bestaande tekeningen wenst om te zetten voor gebruik in bibliotheek.

Activeer de functie, selecteer de bemating, druk op Enter.

Parameters Manager 

Navigatie: Parametric → Manage

Met dit dialoogvenster krijgt u een overzicht van alle parameters die in uw tekening staan. U kunt de waarden hier veranderen, zodat de tekening mee verandert.

U moet er wel voor zorgen dat uw tekening volledig bepaald is door middel van constraints, anders krijgt u onverwachte veranderingen van de geometrie.

Verwijderen van constraints

Wenst u bepaalde vorm- of plaatsbepalingen te verwijderen dan kan dit op eenvoudige wijze door rechtermuisklik op het symbool van de constrain, en daar te kiezen voor Delete.